Algemene vragen omtrent verstandig tuinieren

Wat is het verschil tussen professionele en particuliere producten?

Sommige producten zijn enkel erkend voor professioneel gebruik, niet voor particulier gebruik. Dit betekent bijvoorbeeld dat professionele land- en tuinbouwers wel zo’n professioneel product kunnen aankopen, maar de hobby tuinier niet. De splitsing tussen professionele en particuliere producten is in 2014 gerealiseerd om de particuliere gebruiker, die minder ervaring heeft met het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen, optimaal te beschermen. Tot bepaalde geconcentreerde producten heeft de particulier dus geen toegang meer. De producten die toegelaten zijn voor de particulier zijn minder geconcentreerd, kleiner verpakt en vaak uitgerust met speciale doseersystemen en kindveilige doppen. Ook de ready-to-use of klaar-voor-gebruik producten zijn specifiek voor de particulier ontwikkeld. Deze producten zijn al aangelengd met water, je hoeft dus zelf geen spuitoplossing meer te maken.

Indien je een probleem hebt in de tuin en er is geen particulier product ter beschikking, dan kan je een tuinaannemer inschakelen. Hij kan wel professionele producten kopen en toepassen. Hij heeft daar een fytolicentie voor die zijn kennis garandeert.

Wat is het verschil tussen een natuurlijk en een chemisch / synthetisch middel? Is een natuurlijk product beter voor het milieu? Werkt het even efficiënt?

Chemische producten zijn het resultaat van een chemische synthese (een bereiding van chemische verbindingen). Biopesticiden of natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen worden gefabriceerd op basis van stoffen van natuurlijke oorsprong. De stoffen zijn dus van verschillende oorsprong (het één komt uit de natuur, het ander uit een chemisch labo), maar ze zijn allebei chemisch “verwerkt” om toepasbaar te zijn in huis en/of tuin. Natuurlijke middelen zijn vb. plantenextracten, feromonen, micro-organismen zoals virussen, bacteriën en schimmels, bepaalde minerale producten, enzovoort.

Opgelet: ook het gebruik van een natuurlijk product kan een risico inhouden voor mens of milieu! Het is niet om dat het van natuurlijke oorsprong is dat het product daarom sowieso niet gevaarlijk is. Integendeel, ook bepaalde planten zijn giftig voor mens en dier, denk maar aan de taxusstruik, de blauweregen, groene aardappelen enzovoort. Ook biopesticiden zijn werkzaam tegen bepaalde planten, ziekten of onkruid, en zijn dus op zijn minst schadelijk voor deze organismen.

Alle gewasbeschermingsmiddelen en biociden moeten in België een toelating hebben om te mogen verkocht en gebruikt worden. Zowel chemische als biologische. Deze moeten aan dezelfde wetgeving voldoen en worden dus op dezelfde manier getest. We kunnen dus zeggen dat alle gewasbeschermingsmiddelen en biociden die op de markt zijn, zowel chemische als biologische, uitgebreid getest en geëvalueerd zijn, en dus efficiënt werken en veilig zijn bij correct gebruik.

Om ervoor te zorgen dat je gewasbeschermingsmiddelen en biociden, zowel chemisch als biologisch, op een veilige manier gebruikt, is het belangrijk om het etiket goed te lezen en de gebruiksaanwijzingen te volgen. Zo kan je de eventuele risico’s voor mens en/of milieu vermijden.

Wat is het verschil tussen gevaar en risico?

Een stof kan intrinsiek gevaarlijk zijn; een risico houdt rekening met gevaar en blootstelling. Een voorbeeld om het verschil te verduidelijken.

Een slang is een gevaarlijk dier. Maar het hangt af van de omstandigheden of het meisje een risico loopt. Als de slang in een kooi achter glas zit in de zoo, dan blijft die slang wel gevaarlijk maar omdat het meisje niet wordt blootgesteld aan het gevaar, loopt ze geen risico. Het meisje kan dus veilig in de buurt van de slang komen.

Als de slang echter vrij rondkruipt wordt het meisje wel blootgesteld aan het gevaarlijke dier, en loopt ze wel een risico.

De term risico zegt dan ook veel meer dan gevaar: door een risicoanalyse uit te voeren kan nagegaan worden of een bepaalde stof mag toegelaten en gebruikt worden. Dit geldt ook voor bestrijdingsmiddelen. Bepaalde stoffen kunnen intrinsiek gevaarlijk zijn (vb. een insecticide is bedoeld om een schadelijk insect te bestrijden, dit product bevat dus gevaarlijke eigenschappen), maar als de blootstelling beperkt wordt of vermeden wordt, dan is het risico eveneens miniem.

Blootstelling beperken bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan bijvoorbeeld door

  • beschermkledij te dragen (handschoenen, t-shirt met lange mouwen) zodat de huid niet wordt blootgesteld
  • niet te spuiten in de buurt van water (een beek, een rioolputje,…) zodat het product niet kan aflopen naar het water en het waterleven (vb. de vissen) dus niet worden blootgesteld
  • niet te spuiten bij veel wind, zodat het product niet kan wegwaaien en andere planten of dieren (vb. bijen) niet blootgesteld worden

Zijn gewasbeschermingsmiddelen en biociden schadelijk voor de gezondheid?

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn twee van de meest en strengst gereguleerde producten in Europa. Ze komen pas op de markt na 10 jaar onderzoek en ontwikkeling, waar uitgebreid aandacht wordt besteed aan testen, proeven en studies die daarna worden geëvalueerd door de overheid. Dit garandeert dat deze producten veilig zijn bij correct gebruik. Het is daarom altijd aangeraden om het etiket te lezen voor je het product toepast, en de richtlijnen op het etiket nauwgezet te volgen.

De actieve stoffen worden ook regelmatig opnieuw geëvalueerd door de Europese bevoegde overheid, waarna ook de producten die die stoffen bevatten opnieuw bekeken worden door de bevoegde overheden in de lidstaten.

Een aantal tips om de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen te beperken bij het gebruik:

  • Niet eten of drinken als je een product gebruikt
  • Steeds je handen wassen na gebruik
  • Beschermende kledij dragen, zoals vb. handschoenen en een overall of een t-shirt met lange mouwen en een lange broek

Groenten en fruit kunnen residu’s bevatten van gewasbeschermingsmiddelen, maar de concentraties die teruggevonden worden zijn zeer laag, en overschrijden zelden of nooit de maximale residulimieten die wettelijk zijn vastgelegd (MRL’s). Indien er een overschrijding wordt vastgesteld, wordt de groente of het fruit uit de rekken gehaald. Belgische groenten en fruit zijn één van de sterkst gecontroleerde en veiligste voedingsgewassen ter wereld! De consument hoeft zich dus geen zorgen te maken en kan genieten van een lekker en gezond stuk groente of fruit.

Zijn gewasbeschermingsmiddelen en biociden gevaarlijk voor het milieu?

Bestrijdingsmiddelen worden uitgebreid getest en geëvalueerd door de bevoegde overheden alvorens ze op de markt komen en verkocht mogen worden. Ze zijn veilig bij een correct gebruik. Het is belangrijk dat bestrijdingsmiddelen op een goede manier gebruikt worden. Net zoals je andere middelen in huis en tuin ook op een correcte manier gebruikt (vb. huishoudproducten, meststoffen,…). Lees daarom altijd eerst het etiket en volg de richtlijnen.

Bestrijdingsmiddelen dienen gebruikt te worden waarvoor ze dienen, om een gewas te beschermen, om een schimmelziekte te bestrijden, om een schadelijk insect te bestrijden of om ongedierte zoals ratten, muizen of mieren te bestrijden. Deze middelen horen niet thuis in het water, op de bijen of in de natuur. We moeten er dus voor zorgen dat deze producten zo weinig mogelijk terecht komen op plaatsen waar ze niet thuis horen. Dit kan door de goede praktijken toe te passen, zoals beschreven op het etiket. Bijvoorbeeld spuiten bij weinig wind (zodat er geen drift ontstaat waardoor deeltjes product kunnen wegwaaien), ’s morgens of ’s avonds spuiten als de bijen en andere nuttige insecten nog niet uitvliegen, niet spuiten op bloemen die in bloei staan, de bufferzones ten opzichte van het water respecteren (dit is een bepaalde strook van een aantal meter naast water die je niet mag behandelen, vb. 5 meter), niet spuiten als het regent of gaat regenen (zodat het product niet afstroomt) enzovoort. Al deze goede praktijken staan vermeld op het etiket.

Zijn gewasbeschermingsmiddelen en biociden gevaarlijk voor bijen?

Insecticiden zijn bedoeld om schadelijke insecten te bestrijden (vb. bladluizen). Deze middelen hebben een werkingsmechanisme om bepaalde insecten uit te schakelen. Zij kunnen dus ook gevaarlijk zijn voor bepaalde nuttige insecten, zoals bijen. Het is bijgevolg belangrijk om ervoor te zorgen dat de bijen niet of zo weinig mogelijk worden blootgesteld aan deze insecticiden, zodat het risico zo klein mogelijk wordt gehouden. Dit kan door de gebruiksaanwijzingen op het etiket nauwkeurig op te volgen en de goede praktijken toe te passen. Bijvoorbeeld niet spuiten op bloemen die in bloei staan, ’s morgens of ’s avonds spuiten als de bijen niet uitvliegen, en niet spuiten als er veel wind is omdat er dan drift kan ontstaan waardoor druppeltjes product wegwaaien en op nabijgelegen planten kunnen terechtkomen die door bijen bezocht worden.
De concentratie actieve stof is in producten die zijn toegelaten voor de particulier erg laag, waardoor het risico voor de bijen eveneens beperkt wordt.

Gewasbeschermingsmiddelen laten residu’s (of sporen) achter op groenten en fruit uit mijn moestuin. Zijn deze veilig om te eten? Zijn deze residu’s schadelijk voor de gezondheid?

Groenten en fruit kunnen residu’s bevatten van gewasbeschermingsmiddelen, maar de concentraties die teruggevonden worden zijn zeer laag, en overschrijden zelden of nooit de maximale residulimieten die wettelijk zijn vastgelegd (MRL’s). Indien er een overschrijding wordt vastgesteld, wordt de groente of het fruit uit de rekken gehaald. Belgische groenten en fruit zijn één van de sterkst gecontroleerde en veiligste voedingsgewassen ter wereld! De consument hoeft zich dus geen zorgen te maken en kan genieten van een lekker en gezond stuk groente of fruit.
Als je je eigen groenten en fruit teelt in de moestuin, worden deze uiteraard niet gecontroleerd door de officiële controlediensten om na te gaan of de residu’s onder de wettelijke aanvaardbare grenzen zitten. Daarom is het belangrijk om steeds de wachttijd te respecteren. De wachttijd of de tijd tussen het spuiten van een gewasbeschermingsmiddel en het oogsten van het gewas, staat vermeld op het etiket of de bijsluiter. Deze tijd bedraagt minimum een aantal dagen en kan voor sommige producten oplopen tot een aantal weken. Lees altijd eerst het etiket en volg de richtlijnen. De wachttijd moet gerespecteerd worden omdat in deze periode de actieve stof wordt afgebroken en zo de maximale residulimiet (MRL) niet overschreden wordt. De MRL is de concentratie van de actieve stof die nog aanwezig mag zijn op de groente of fruit. Indien u de groente of het fruit te snel na het spuiten van een product zou opeten, bestaat de kans dat de MRL overschreden wordt.

Zijn producten op basis van glyfosaat kankerverwekkend?

In maart 2015 klasseerde het IARC, International Agency for the Research on Cancer, glyfosaat als “waarschijnlijk kankerverwekkend”. Moeten we ons zorgen maken? Nee, want:

  • Het IARC bestudeerde een zeer beperkt aantal studies, voornamelijk over laboproeven, op één week tijd
  • Het keek daarbij naar het intrinsieke gevaar, niet naar het risico van glyfosaat (er werd geen rekening gehouden met blootstelling)
  • Heel wat andere zaken uit ons dagelijkse leven zijn door het IARC ook geklasseerd:
    • Categorie 1: met zekerheid kankerverwekkend voor de mens (zonlicht, alcohol, tabak, en recent ook bewerkt vlees zoals salami, worst,…)
    • Categorie 2A: waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens (werken in ploegen & nachtwerk, het kappersberoep, glyfosaat, en recent ook rood vlees,…)
    • Categorie 2B: mogelijk kankerverwekkend voor de mens (koffie, aloë vera,…)
  • Daarnaast is het interessant te weten dat het IARC van de honderden stoffen en beroepen die ze onderzochten, slechts één stof ooit in categorie 4 “waarschijnlijk niet kankerverwekkend voor de mens” heeft gezet.

De IARC classificaties dienen bijgevolg niet als basis om een verbod te vragen, maar als aandachtspunt om op een verantwoorde manier met de stoffen om te gaan! Vb. “alcohol drink je met verstand”, “smeer zonnecrème voor je in de zon gaat liggen”, “drink koffie met mate”, “eet niet meer dan 30g rood vlees per dag”,… en ook “gebruik gewasbeschermingsmiddelen op een correcte manier”.